moriko kira architect

Woningbouw

Woningbouw text

CPO
Woonhuizen
Publieke Gebouwen
Horeca & Retail
Kantoren & Bedrijven
Monumenten & Verbouwing
Paviljoens
Zorg
Tentoonstellingen
Collectief Wonen

Wij zijn overtuigd geraakt van de kracht van ontwerpen in collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) door de achttien woningen die wij in 2005 hebben ontworpen in de Linie in Groningen. Wij hebben hiervoor één ontwerp gemaakt dat een optimale ruimtelijke kwaliteit voor de locatie en vrije indelingsmogelijkheden heeft. Vervolgens zijn de diverse woonstijlen en wensen van alle bewoners verwerkt in hun indeling; dit werd aan de straatzijde uitgedrukt door keuzemogelijkheden van ramen, bouwlagen en kleuren.

Dit betekent dat je als architect geen complete controle hebt over hoe de gebouwen er uit zullen zien. Nadat deze woningen waren opgeleverd, ontstond een verrassend straatbeeld. Niet alleen de diverse wensen en stijlen van de bewoners worden gerealiseerd maar ook ontstond een unieke buurt: collectief ontwikkelen biedt een kans voor een bijzondere verweving tussen collectiviteit en individualiteit.

Sindsdien zijn wij gefascineerd door het collectieve ontwerpproces en collectief wonen. Het is een setting waarin we als architect direct met de spanning tussen het ontwerp van het gebouw en het straatbeeld mogen spelen; het spanningsveld tussen de uitdrukking van de individuele kracht en de uitkomst van de collectiviteit die een duurzame buurt beoogt.

Het uitgangspunt van zo’n opgaaf is dat individuele bewoners zijn samengekomen om een gezellige en duurzame buurt te bouwen met minder geld, waarbij zij hun eigen huis kunnen bouwen naar hun eigen wensen. Dit uitgangspunt verlangt individualiteit en collectiviteit tegelijkertijd. Wij zien het als een bijzondere kans om deze spanning optimaal uit te werken, een spanning die bij een reguliere opgave niet aanwezig is en het geeft een kans om een authentieke en unieke buurt te creëren. Dat is wat ons betreft een heel belangrijk aspect van duurzaamheid.

Omgaan met de Buurt

De omgeving is één van de belangrijkste vertrekpunten en tegelijkertijd ook een eindpunt van het ontwerp van een gebouw. Naast het huidige straatbeeld en landschap, inspireert ons de ontstaansgeschiedenis van de omgeving en ons doel is dat met ons gebouw de buurt hoogwaardiger wordt.

Bij complexe binnenstedelijke situaties daagt de gelaagdheid van de geschiedenis, het intensieve verkeer, de hoge dichtheid van de bevolking, de mix van wonen met een commercieel en cultureel programma ons uit om onze gedachten te verdiepen in wat de mogelijke kans is voor architectuur om aan zo’n intense stedelijke omgeving bij te dragen.

Bij dergelijke projecten is architectuur geen solitair object dat los van de omgeving staat. Er wordt juist een heldere en sterke uitwisseling met de stad gevraagd. Om hierop een goed antwoord te geven is een scherpe analyse en heldere visie cruciaal. Door de ervaring van Moriko Kira als commis­sielid van de Welstand van Amsterdam en gerealiseerde stedelijke projecten in Nederland en Japan hebben wij ruime expertise opgebouwd in diverse ste­delijke contexten. Projecten van gebou­wen met winkels en woningen, zoals Meguro in Tokio en Miquel in Amsterdam zijn een goed voorbeeld hiervan.

Bij de meer dorpse en landschappelijke locaties is aandacht geven aan de kwaliteit van de omgeving door bijvoorbeeld zorgvuldige verkaveling en het integreren van de groen en het landschap zeer belangrijk. Hiermee kunnen wij een aangename en bijzondere buurt creëren met eenvoudige architectuur. Je kunt dit misschien zoiets als ‘micro stedenbouw’ noemen. Goede voorbeelden zijn onze woningen in Emmen en Meppel. Bij het project Julianastraat in Emmen is door een slimme verkaveling met stegen een dorpsachtige woonomgeving ontstaan. Bij het project in Meppel is een groen landschap ontworpen dat aansluit op de omliggende rivier en het bos. Als het omgevingsconcept een duidelijke en duurzame kwaliteit heeft, dan mag de architectuur zelf juist zeer eenvoudig zijn. Het ensemble van gebouwen en omgeving zorgt voor kwaliteit. En juist als het over de wijk gaat en niet over afzonderlijke gebouwen, kan de kwaliteit van de wijk langer behouden worden. Daarmee is de waarde van de woningen blijvend, voor een langere periode.

Hergebruik & Verbouwing

Bij de verbouwing van bestaande gebouwen genieten wij van ontdekkingen en van de buitengewone vrijheid. Geconfronteerd met een bestaand gebouw als vertrekpunt voor een nieuwe invulling merken wij dat wij altijd zoveel mogelijk aangrijpen en leren van de specifieke visie, ontwerp en techniek van de periode waarin het gebouw oorspronkelijk tot stand is gekomen. Het leukste is dat wij hiermee een kans of noodzaak krijgen om buiten ons normale gedachtepatroon te treden: door de beperkingen van het bestaande gebouw ontstaat vaak een nieuwe strategie, vormgeving en bouwmethodiek.

Ieder gebouw bezit een bepaalde kennis, schoonheid, logica en techniek. Bij een verbouwing wordt dit zomaar in je schoot geworpen om het tot een onderdeel van de toekomstige kwaliteit te maken. Om de nieuwe functie, programma en comfort in het bestaande gebouw te realiseren zijn wij actief en parallel bezig met diverse aspecten van het bestaande gebouw, om deze met de nieuwe invulling te verenigen. Onze insteek is dat dit worstelen met het bestaande gebouw tot een heldere visie en ingreep leidt.

Zeer actief en creatief zijn wij vanuit diverse gezichtspunten bezig met de betekenis van het bestaande gebouw, om het bestaande tot een intrinsiek onderdeel van de totaliteit van het nieuwe kader te maken. De grens tussen het bestaande en het nieuwe verdwijnt: ze worden samen een. Dat is wat wij steeds willen bereiken. Wanneer het gebouw opgeleverd is, is het voor ons belangrijk dat het geheel van historie en nieuwe ingrepen vanzelfsprekend is.

Een voorbeeld van deze werkwijze is de verbouwing van de Remonstrantse Kerk in Groningen. Van een gebouw met slechts één gebruiksfunctie, namelijk de eredienst, moest deze kerk omgebouwd worden tot een verzamelgebouw voor verschillende functies die onafhankelijk van elkaar moeten kunnen verlopen. Belangrijk deel van de opgave was om de kantoren te kunnen gebruiken zonder dat er wederzijdse overlast ontstaat tussen kantoren en de grote zaal. Dit is ingevuld door naast het bestaande gebouw een nieuwe entree te maken, met hierin tevens verticaal transport en sanitaire functies, en de kantoren boven en rond de kerkzaal te situeren door een nieuwe laag aan te brengen.

Woonhuizen

In onze woonhuizen zoeken wij altijd binnen een eenvoudige structuur waarin de ruimtes met elkaar verbonden zijn, waar de bewoners diverse belevingen ervaren. Dit resulteert in verschillende volumes van de ruimten, de lichtinval en de relatie met buiten. Dit is de kwaliteit van de woning die wij altijd zoeken bij het ontwerp van woonhuizen. Het basisvertrekpunt is de wensen, dromen en ervaringen van de opdrachtgever en de locatie van het gebouw. Het gebouw is een middel om de relatie tussen de ruimtes onderling en binnen en buiten te creëren. Het ontwerp is een zoektocht om een optimale relatie te vinden samen met de opdrachtgever.

Project Hakone en Steigereiland zijn goede voorbeelden van onze insteek. Hakone is gesitueerd in een bomenrijk vakantiedorp en de wens van de opdrachtgever was een ontspannen weekendhuis met het gevoel van een huis in een bos. Door de veranderende hoogte van het puntdak ontstaan diverse ruimtes en openingen naar buiten toe en binnen genieten de bewoners van zowel de intieme ruimte als het grote zicht naar bos toe. Bij het woonhuis op Steigereiland is juist de vide gebruikt om diverse ruimtes te creëren met licht en zicht. Het grote raam op de eerste etage op het zuiden brengt het licht en de zon door de vide naar de woonkeuken en de tussenverdieping. De hoge glazen puien over twee etages maakt de diepe tuin met gazon onderdeel van het interieur.

Publiek Domein

De straat, het plein, het openbare gebouw zoals een museum, evenementenhal en paviljoen. Soms gaat het over de openbare ruimte waar burgers elkaar ontmoeten, soms gaat het over specifieke culturele doeleinden. Het begrijpen van de essentie van de gelegenheid en de culturele historische context is de basis voor het ontwerpen om verder de kaders van het project zoals programma, installaties en het budget bij elkaar te brengen.

Het paviljoen op de begraafplaats Heidehof is een voorbeeld van een ontmoetingsruimte voor de bezoekers van deze begraafplaats. Een paviljoen waar deze bezoekers rust kunnen nemen en elkaar ontmoeten is de opgave van dit project. Onze vraag was hoe ons paviljoen mensen in deze stemming op een juiste manier kan ontvangen. Wij vonden dat gebouwen en objecten die met dagelijkse en seculiere opgaven te maken hebben, geen goede referentie kunnen zijn voor de ontwikkeling van dit ontwerp. Wij zochten de tactiliteit van natuur en van handen en een ruimtelijk gevoel waarin de bezoekers omhelsd worden. De warme gebogen ruimtes omhelzen de bezoekers. De ruimtes geven een steeds wisselend gevoel en ook de zichten naar het landschap van de begraafplaats zijn veranderlijk.

Ruimte, Licht & Kleur

Wij zoeken architectuur die een specifieke beleving geeft; de belevingswaarde die de opgave naar onze overtuiging verlangt. Het gaat bij architectuur niet over abstracte waarden zoals m2, m3 of €€. Waar het wel over gaat is hoe de gebruikers, bezoekers en voorbijgangers zich bij en in het gebouw voelen en dit in hun fysieke en persoonlijke context plaatsen. Architectuur kan te maken hebben met snelheid, intimiteit, afstand, hard- of zachtheid, open- of dichtheid. Het is een specifieke compositie van de zintuiglijke componenten die het gebouw uitstraalt en hun effect op het dynamisme van de tijd en de afstand.

Vanzelfsprekend wordt in het programma van eisen zelden of nooit over belevingswaarde gesproken. Hooguit kan het stedenbouwkundig plan van de locatie of de historische context een sleutel hiervoor geven. Wij geloven echter sterk dat dit eigenlijk de essentie van het project is, de essentie waarmee ‘architectuur’ zich van een ‘gebouw’ onderscheidt: de culturele waarde. Het ontwerpproces draait daarom wat ons betreft om het specifiek maken van de belevingswaarde van het project en het zoeken en bepalen van de middelen om deze waarde te vertalen naar fysieke architectuur.

Bij sommige projecten is de belevingswaarde leidend. In zo’n geval wordt het bepalen van de ruimtelijke organisatie, de constructie of de materialen voorafgegaan door een onderzoek naar het zintuiglijke aspect van de opgave. Dit aspect wordt niet bepaald door tekeningen, het gebruikelijke middel, maar door middelen als woorden, referentiebeelden en maquettes. Pas als de belevingswaarde duidelijk is, wordt het proces gestart van het bepalen van geometrie, constructie en materialen. Wij zoeken dan naar een logische toepassing van alle onderdelen. 

Duurzaamheid

Wij hechten er veel waarde aan zorgvuldig om te gaan met materialen, milieu en de natuurlijke omgeving. Het ontwerp begint altijd met een analyse van de opgave en de locatie om een integraal duurzaamheidsconcept te ontwikkelen, met als basisaspecten het bouwkundig uitgangspunt, de materiaalkeuze en het energieconcept. Ons voorstel verschilt naar gelang de schaal van de opgave, de locatie en de bestaande situatie. Het uitgangspunt is steeds om zo onafhankelijk mogelijk te zijn van de installaties, die vaak een hoge investeringsbehoefte en een korte levensduur kent.

De vertaling van het duurzaamheidsconcept begint bij een compact en efficiënt gebouw dat goed geïsoleerd is en optimaal gebruik maakt van natuurlijke zonne-energie en ventilatie, eventueel aangevuld met andere duurzame (energie)oplossingen, zoals een warmtepomp, zonnecellen of een warmteterugwininstallatie. Daarnaast passen wij in onze ontwerpen duurzaam geproduceerde materialen toe die zo min mogelijk onderhoud vragen.

In het paviljoen op begraafplaats Heidehof staan zon en warmte centraal in het duurzaamheidsconcept. De ruimte waar mensen moeten werken is aan de zijde gelegd met de minste zonbelasting, zodat er geen koelinstallatie nodig is. De grote zaal ligt aan de zonnige kant. De opwarming van deze zaal wordt door warmteterugwinning in het systeem gebruikt (warm water en luchtverwarming). Bij een monumentaal gebouw streven wij ernaar duurzaamheidsmaatregelen toe te passen die passen bij het karakter van het gebouw. Bij de Remonstrantse Kerk in Groningen kozen we er bijvoorbeeld voor de oorspronkelijke techniek van het natuurlijke ventilatiekanaal weer in gebruik te nemen.

Wij zien duurzaamheid als een bijdrage van de architect aan de samenleving, de niet inwisselbare betekenis van een plek voor de komende eeuwen. Door een concrete bouwmethodiek, materialen en technieken en binnen de gestelde voorwaarden zorgen wij ervoor dat deze duurzame betekenis van de leefomgeving mogelijk wordt

Identiteit

Het ontwerp van het interieur is een belangrijk communicatiemiddel over de visie van het bedrijf en de organisatie. De ontvangst, de werkplaatsomgeving en de ontmoetingplaatsen laten zien hoe de organisatie zich verhoudt tot haar cliënten, werkrelaties en medewerkers. Men associeert de kwaliteit van de ruimtes en de materialisatie met de diensten en de producten van de organisatie. Natuurlijk is de werkvloer ook een vertaling van het werkproces van de organisatie. Tegelijkertijd versterkt een zorgvuldig ontwerp de communicatie onderling en de teambuilding.

Het interieur van het Europese hoofdkantoor van Nikon is een goed voorbeeld waar de inrichting de visie van het bedrijf in het ontwerp op diverse niveaus uitdrukt. De bedrijfscultuur van Nikon, een internationale marktleider van compacte tot professionele camera’s kenmerkt zich door de dynamiek van de productontwikkeling en marketing en de bijzondere mix van mensen van diverse nationaliteiten, leeftijden en disciplines. Dit heeft geleid tot een transparante, dynamische en communicatiegerichte indeling en sfeer. Het gebruikmaken van materialen zoals staal, glas en hout, de precieze en technische detaillering en het gebruik maken van een kleurenspectrum is geassocieerd met de diensten en de productervaring van Nikon.

Onderzoek & Expositie

Het werkterrein van architectuur heeft te maken met verschillende schalen van stad tot object en antwoorden worden verwacht op de vraagstukken voor de veranderende samenleving. Het vormgeven aan de concrete opdracht alleen geeft niet voldoende ruimte voor het denken en onderzoeken. Zelf initiatief nemen om je te verdiepen in diverse thema’s is noodzakelijk.

Een van de belangrijkste gedachteterreinen voor ons is de veranderende relatie tussen de stad, gebouw en mensen. Historisch en cultureel is dit in ieder land op een specifieke manier georganiseerd. Omdat Moriko Kira oorspronkelijk uit Tokio komt, gingen onze eerste onderzoeken over de verschillen tussen het Nederlandse stelsel van stedenbouw en architectuur en die van Japan. Beiden zijn op een compleet tegengestelde manier georganiseerd. Nederland heeft tot nu toe top-down stedenbouw en Japan bottom-up particuliere initiatieven. Hiermee zijn de rol, de uitdrukking en de betekenis van architectuur in de samenleving en het stadsbeeld van beide landen zo extreem verschillend, en het hierin verdiepen heeft ons geholpen om onze visie over architectuur te ontwikkelen.

Wij geloven in dynamische dialogen en wederzijdse inspiratie tussen de stad en de architectuur. Daarvoor is de harmonie van het stadsbeeld als geheel belangrijk en tegelijkertijd de initiatieven van iedere betekenis van gebouwen. Deze convictie is ontstaan door de onderzoeken van zowel stedelijke als architectonische cultuur en stelsels en op een ieder project proberen wij op een eigen manier antwoord te geven.

Onze interesse in de relatie tussen de stad, het gebouw en het leven is onuitputtelijk en wij geloven dat in de betere houding tussen de top-down planning en de bottom-up initiatieven in de toekomst steeds belangrijker zal worden. Daar richten wij onze onderzoeken op